Volkslandbouw

Met het oog op morgen, ons eigen voedsel verzorgen.

Wat is VolksLandbouw?

Hoe zou jouw ideale voedselketen eruit zien? Eet jij graag asperges uit Peru, pangasiusfilet uit Vietnam, soja uit Brazilie, rijst uit India, walnoten uit Californie en bananen uit Ivoorkust? Liever niet (meer)? Lees verder!

Ons voedsel gaat de hele wereld over. Het is bijna onmogelijk om te zien hoe je avondeten verbouwd wordt zonder een wereldreis te maken, waardoor je niet weet wat je eet. Is dit gezond? De voedselketens zijn duizenden kilometers lang en afhankelijk van een enorme hoeveelheid energie. Dit maakt de hele keten, en dus onze voedselvoorziening, enorm fragiel. Is dit wenselijk? Is dit houdbaar?
Dit moet en kan anders.

De beste optie is om je eigen voedsel te verbouwen. Je bent buiten, actief, in contact met wat je eet en hebt het geoogste voedsel dezelfde dag nog in huis. Met de juiste aandacht voor een optimale voedingsbodem verbouw je voedsel met de hoogste voedingswaarde, zonder bestrijdingsmiddelen. Daarnaast kun je rekenen op jouw aandeel in de toekomstige oogst, zonder tussenkomst van andere partijen.
Dit is voor velen echter een grote stap. Een moestuin aanleggen en onderhouden kost veel tijd. Daarnaast kost het een aantal seizoenen voordat je vaardig genoeg bent om een substantieel deel van je eigen voedselbehoefte te oogsten.

VolksLandbouw is de oplossing voor dit probleem. Door elkaars krachten te bundelen en een groep van +/- 10 tot 100 mensen te vormen kunnen deze hordes worden genomen. Het werken in een dergelijke groep heeft, naast dat het leuker is, namelijk bijzonder veel voordelen:

  • Schaalvoordelen: in plaats van dat iemand voor zichzelf een rijtje aardbeien plant, plant je de aardbeien voor de hele groep. Dit kost veel minder tijd dan dat iedereen dit voor zichzelf zou doen. Deze tijd kan de rest van de groep besteden aan andere taken. Door samen te werken krijg je meer voor elkaar.
  • Robuustheid: het vormen van een groep betekent dat je voor elkaar klaar kunt staan voor iemand die een keer niet in staat is om te komen, bij ziekte of andere (onvoorziene) omstandigheden.
  • Tooling: in een grotere groep kun je gemeenschappelijk investeren in de juiste tooling, zodat het werk nog efficienter wordt.
  • Van leerling naar meester: je kunt je, onder leiding van een ander, direct nuttig maken zonder alle ins en outs te weten van het moestuinieren. Hierdoor is succes veel waarschijnlijker. Je kunt zo alle ervaring rondom het tuinieren opdoen en deze kennis later weer doorgeven aan nieuwe leden.
  • Specialisatie: Door de groepsvorming ontstaat voor iemand de mogelijkheid om zich te gaan specialiseren in uitbreiden naar bijvoorbeeld dierlijke producten, maar ook composteren, inmaken etc.

De algemene doelstelling voor Volkslandbouw luidt:
“Het vormen van een community waar door samenwerken en constant investeren in haar leden en haar voedingsbodem de ultieme voedselvoorziening wordt bewerkstelligd. Het fundament hiervoor is een kopieerbaar model, waar de succesfactoren van verschilende onafhankelijk funcionerende communities gebundeld worden. Een model dat concreet genoeg is om direct te beginnen en bestaande communities extra handvatten kan geven.”

Organisatie & Structuur

De basis van de Volkslandbouw community is een zoveel mogelijk zelfregelende organisatie, waarin eigen initiatief centraal staat. Een klein algemeen bestuur is aanspreekpunt en verzorgt bijvoorbeeld administratie en boekhouding. Voor alle andere activiteiten en taken bestaan commissies / werkgroepen, zoals de ‘meesters’ en een technische dienst.

Opzet

Leden / Deelnemers (doel: 20 – 100 leden)

Algemeen bestuur (2-4 personen)

  • Aanspreekpunt voor leden en externe geinteresseerden;
  • Beheer ledenbestand.

Werkgroepen voor specialismes:

  • Meesters (1 per +/- 10 leden);
  • – Jaarplan maken voor het begin van het seizoen & presenteren;
  • – Werkt met een groep aan een bepaald deel van de tuin;
  • – Bijhouden van de planning en bijstellen over het jaar heen;
  • – Bijhouden hoeveel oogst / feedback voor volgende planning.
  • Technische dienst;
  • – Aanschaf, bouw en onderhoud van materieel.
  • Financiele administratie en verantwoording.

Lidmaatschap / Deelnemerschap

  • Op basis van 1 seizoen (november jr 0 tot en met december jr 1)
  • Werkplicht op de een van de vaste ochtenden/middagen/avonden in de week en een aantal ‘tuinierdagen’ (bv. zaterdagen)
  • Contributie (inkoop zaden, compost, onderhoud van de middelen etc).

Financieel

Voor de opzet van de vereniging zijn financiele middelen benodigd. Mogelijke wijze om dit te verkrijgen zijn:

  • Donaties / Schenkingen;
  • Bruikleen (lid koopt het item, blijft eigenaar, maar de vereniging heeft recht op gebruik);
  • Obligaties (terugbetaald in geld of groenten) – is wellicht geschikt voor niet-actieve (oudere) leden of een landeigenaar;
  • Verzorgen van rondleidingen;
  • Subsidie.

Jaarcyclus

Einde vorig seizoen

Aanmeldingen voor nieuw seizoen dienen voor ALV binnen te zijn.

ALV (laatste week november);

  • Terugblik afgelopen jaar door Algemeen Bestuur;
  • Vaststellen ledenbestand en verloop;
  • Vooruitblik volgend jaar: meer of minder verbouwen;
  • Vaststellen bestuur en commissies.

Meesters gaan aan de slag met nieuwe jaarplanning;

  • Bed planning;
  • Benodigde arbeid per week;
  • Kostenoverzicht;
  • Indien nodig een aantal ‘tuinierdagen’ (liefst op een vaste datum over de jaren heen, dus bijvoorbeeld elke tweede zaterdag van april, etc);
  • Concept jaarplanning gereed (laatste week van januari);
  • Feedback mogelijk over 2 weken;
  • Update jaarplanning (tweede week van februari);
  • Jaarplanning definitief → Start seizoen (eerste week van maart).

Gedurende het seizoen;

  • Geplande werkzaamheden uitvoeren op de vaste dag(en) in de week;
  • Planning volgen en indien nodig bijstellen;
  • Data verzamelen: gerealiseerde productie t.o.v. verwachte productie;
  • Lessons learned voor volgend seizoen.

Cultuurwijze

De cultuurwijze kenmerkt zich door een aantal eigenschappen:

  • Het gebruik van grote hoeveelheid organisch materiaal in combinatie met no-dig (niet ploegen / spitten);
  • Het gebruik van handgereedschap waarmee efficiënt gewerkt kan worden;
  • Standaardisatie van afmetingen, gereedschap en infrastructuur.

Bodem

In het eerste jaar wordt een zogenaamde ‘deep bedding’ opgebracht. Deze bestaat uit een laag van 10-15cm compost en zorgt voor het onderdrukken van opkomend onkruid. De donkere kleur van de compost helpt vroeg in het seizoen met het opwarmen van de bodem. Ook wordt door de grote hoeveelheid humus een ecologische successie ingezet, waarmee de bodem zich ontwikkelt naar een vruchtbare bosgrond. Dit helpt met het beperken van onkruid. De bodem houdt water goed vast en zorgt dat alles erg schoon blijft, omdat de bodem vrij is van zand en modder.

Tuinieren op basis van no-dig bouwt hierop voort. In de humusrijke bodem ontstaat voor schimmels, welke organisch materiaal afbreken en de voeding voor de planten vrijmaken. Ploegen of spitten beschadigt deze schimmels en wordt dus niet gedaan. Na het eerste jaar wordt jaarlijks nog een kleine hoeveelheid compost toegevoegd om de vruchtbaarheid van de bodem te vergroten.

De moestuin wordt verdeeld in stroken van 75cm breedte (30 inch). Dit is een ergonomische maat waarop veel gereedschap is gebouwd, waardoor het handig is om deze maat aan te houden. De lengte van de stroken moet overal gelijk zijn, wat planning maar ook het gebruik van infrastructuur enorm versimpelt.

Gereedschap

Naast het normale gereedschap zoals een schep, handschoenen en snoeischaar bestaan een aantal specialistische gereedschappen, waarmee efficiënt en op menselijke schaal gewerkt kan worden.

Woelvork / Broadfork

wordt voor het zaaien of planten gebruikt om samengedrukte grond losser te maken en lucht toe te voegen aan de bodem, zonder het bodemleven te verstoren. Na een paar seizoenen is de woelvork waarschijnlijk niet meer nodig.

Hark

maakt het mogelijk om in één beweging de volledige breedte van het bed gelijk te maken, na het gebruik van de woelvork of aanbrengen van compost. De hark kan ook gebruikt worden om rijen te markeren voor het zaaien of planten.

Bed Roller

zorgt na het gebruik van de woelvork en de hark voor een wat compactere bodem om in te zaaien of planten in te transplanteren. De bed roller kan zwaarder gemaakt worden door extra gewichten erop te plaatsen.

Direct Seeder

is gereedschap waarmee direct in de bodem gezaaid kan worden, snel en op vaste afstanden.

[optioneel] Zaaitrays

worden gebruikt om planten voor te zaaien, waarna deze in de volle grond geplant wordt. Dit vereist een zaairuimte.

[optioneel] Paperpot Transplanter

is een systeem van voorzaaien en voorgroeien in een ketting van papieren ‘potjes’ die als een ketting aan elkaar geregen zijn. Na het voorgroeien wordt een hele tray met potjes met behulp van een speciale plant tool in één beweging gezaaid.

[optioneel] Quick-Cut Greens Harvester

is gereedschap waarmee bladgroenten op een zeer efficiënte manier geoogst kunnen worden.

Infrastructuur

 

Gereedschap opslag

om voor alles een plaats te hebben en alles op zijn plaats te houden.

Geautomatiseerde Irrigatie

zorgt voor benodigde bewatering van de velden [waterbron benodigd].

Plastic Tunnels

kunnen een of meerdere ‘bed’ breedtes beslaan en zorgen voor een broeikaseffect onder het plastic, wat gunstig is in de lente en herfst. Daarnaast beschermen de tunnels tegen insecten, schade door storm, zware regen en hagel.

[optioneel] Voorzaairuimte

in een voorzaairuimte kunnen de planten eerder worden gezaaid, in bijvoorbeeld trays. De voorzaairuimte geeft de mogelijkheid om het seizoen eerder te beginnen, doordat de jonge planten beschermd worden tegen weer en wind, en soms ook verwarmd worden. Een plastic tunnel kan ook als (onverwarmde) zaairuimte gebruikt worden.

Kosten

Doel:
Basis contributie van +/- €200 per lid per jaar (m.u.v. de stichtingskosten jaar 1)
Investering van +/- 1 ochtend/middag/avond per week per lid (minder in de winter, meer in de zomer)

Initiele investering

  • Algemene voorzieningen
  • – Toilet?
  • – Bijeenkomst aan het begin van de ochtend/middag/avond
  • Deep bedding prepareren (€ /m2)
  • – Ongebleekt karton / bodembedekker (€ /m2)
  • – Compost 10-15 cm (€ /m2)
  • – Houtsnippers in de paden ( +/- € 35 / m3?)
  • Gereedschap ( +/- € 2.500?)
  • – Plastic tunnels
  • Irrigatie

Jaarlijks terugkerende kosten

  • Compost toevoegen;
  • Onderhoud aan gereedschap, irrigatie, tunnels
  • Terugbetaling obligaties.

Meerjaarlijks terugkerende kosten

  • Houtsnippers toevoegen;
  • Vervangen gereedschap of infrastructuur.

Bronnen

 

Afbeeldingen

  • [YouTube] Richard Perkins – MARKET GARDEN TOOLS (Part 1)
  • [YouTube] Richard Perkins – MARKET GARDEN TOOLS (part 2)
  • [YouTube] Richard Perkins – Low-cost, low-tech, low-energy seed starts in a cold climate
  • Regenerative Agriculture (boek) – Richard Perkins

Informatie

  • Regenerative Agriculture (boek) – Richard Perkins
  • Richard Perkins – The Ridgedale No-Dig method
  • Curtis Stone: How Much Land Do You Need to Grow All Your Produce?
  • Composteren – vermicompost (link)
  • Kassen / Polytunnels
  • Worteldoek
  • (geautomatiseerde) irrigatie
  • Drop Seeder (link)
  • Direct seeder smal (link)
  • Direct seeder breed (link)
  • Paper pot transplanter (link)
  • Bed Roller (link)
  • Quick cut greens harvester & quick stand (link)
  • Greens washer (link)
  • Inmaken?
  • Houtsnippers (link)

Geplaatst

in